top of page
  • FB

Sabotageactie bij Radio Kootwijk

Subversieve oorlogsvoering en sabotage: dat was het doel waarvoor in de zomer van 1940 in Londen de Special Operations Executive (SOE) werd opgericht. De organisatie moest een soort guerrillaoorlog ontketenen in door de Duitsers bezette gebieden. In de beroemde woorden van Churchill kreeg SOE de opdracht Europa in vuur en vlam te zetten. In 1942 koos de Nederlandse sectie van SOE de radiozender van Kootwijk uit als doelwit. Weliswaar is nog geen 15% van de SOE archieven bewaard gebleven, maar het oorspronkelijke plan voor de aanslag op Radio Kootwijk vonden we er terug.

Radio Kootwijk luchtfoto
Radio Kootwijk. Collectie NIMH / Technische dienst luchtvaartafdeling.

Op de Veluwe, tussen Apeldoorn en Barneveld, staat het monumentale gebouw dat architect Julius Luthmann voor Radio Kootwijk ontwierp. Het hoofdgebouw is van indrukwekkende afmetingen – het heeft dan ook niet voor niets de bijnaam ‘de Kathedraal’ gekregen -, de ruimte binnen is adembenemend. Hier stond de zendapparatuur voor de lange golf die moest dienen voor de radio-telegrafische verbinding met de Nederlandse koloniën, in het bijzonder het toenmalige Nederlands-Indië. Het geheel werd in 1923 door de PTT in gebruik genomen. Al na twee jaar ging men over op het zenden via de korte golf.


Tijdens de Tweede Wereldoorlog gebruikten de Duitsers Kootwijk om berichten te sturen naar duikboten in de Noordzee en Noordelijke IJszee. Voor communicatie via de korte golf moesten de onderzeeboten aan de oppervlakte komen. Maar met de apparatuur in Kootwijk kon via een buitengewoon lange golflengte gezonden worden, zodat de onderzeeërs ook bereikt werden als ze onder water bleven. Aldus de analyse van SOE. De Engelsen waren tamelijk goed geïnformeerd over veel van de technische details van het zendstation, mogelijk uit openbare informatie, mogelijk dankzij de uitstekende luchtfotografie die zij hadden ontwikkeld. Het was hen duidelijk dat toegang tot het hoofdgebouw niet nodig zou zijn om de zender (tijdelijk) uit te schakelen. Dat kwam hen goed uit: over de kwetsbare punten binnen het gebouw hadden ze juist onvoldoende informatie.

Het plan was om de antenneconstructie zo veel mogelijk schade toe te brengen. Die bestond uit zes masten van 212 meter hoog: vijf in de vorm van een pentagoon en de zesde in het midden van het open einde (zie figuur ‘B’). Hoe de masten verankerd waren wordt in figuur ‘A’ geschetst. Tussen de masten bevond zich het netwerk van koperdraad dat als antenne dienst deed. Kern van het aanvalsplan bestond uit het opblazen van de vier kabels die elke mast steunden. Ook als maar een mast onklaar zou worden gemaakt was het doel van de actie al bereikt, al gold wel: hoe meer masten zouden worden vernietigd, hoe langer herstelwerkzaamheden zouden duren. Daarom werd voorgesteld om een of meer van de masten aan te vallen, afhankelijk van de mankracht en het beschikbare materiaal en de bestaande veiligheidsmaatregelen. Als het niet mogelijk was om meer dan één mast te beschadigen, dan moest dat de centrale mast zijn. SOE berekende dat er in totaal 21 kilo materiaal, waaronder 16 kilo aan 'plastic explosives' per mast nodig zou zijn, dat ze in containers per parachute zouden afwerpen.

het hoofdgebouw van Radio Kootwijk en een gespannen kabel van een van de zendmasten
Hoofdgebouw en kabel van een zendmast, 1939. Collectie Spaarnestad/Wiel van der Randen.

Degene die de sabotageactie moest leiden was Thijs Taconis. Samen met Huub Lauwers was hij begin november 1941 gedropt. De codenaam voor hun operatie was CATARRH, het doel ervan was a) om contact op te nemen met twee eerder gedropte agenten (Homburg en Sporre) en b) om vervolgens sabotagegroepen in het westen van Nederland te organiseren. Lauwers, codenaam Ebenezer, was als marconist verantwoordelijk voor de communicatie met Londen en Taconis, codenaam Thijs, voor het opzetten van sabotagegroepen. Ab Homburg, die beide mannen inderdaad sprak en daarover rapporteerde toen hij weer in Londen aankwam, schreef dat Taconis onder meer het plan had opgevat om het centrale bevolkingsregister in Den Haag, waar de duplicaten van de persoonsgegevens werden bewaard, in brand te steken. Daar kwam het niet van.


Begin maart 1942 werden Lauwers en Taconis door de Duitsers gearresteerd en begon het Englandspiel: omdat het hoofdkwartier van SOE in Londen niet van de arrestaties afwist, bleven ze agenten en sabotagemateriaal naar Nederland sturen. Zo werd Gerard van Hemert gedropt in juli 1942. Hij had de instructies meegekregen voor de Kootwijk-actie die Taconis moest uitvoeren. Van Hemert werd onmiddellijk na landing gearresteerd. Ook dat werd in Londen niet bekend. Via SOE-zenders stuurden de Duitsers positieve berichten naar Engeland over de vorderingen van het sabotagewerk. SOE besloot eind oktober 1942 zelfs de Britse militaire medaille aan te vragen voor Lauwers en Taconis, die volgens hun informatie tien groepen van gemiddeld acht man saboteurs zou hebben georganiseerd en getraind. Bovendien: ‘At our request TACONIS planned and organised, in June 1942, an attack on the German radio station at KOOTWIJK. There is every reason to suppose that this attack would have been successful and would have contributed greatly to the war effort, had the assault party not come upon land-mines – the presence of which was not suspected – and roused the guard, with resultant failure.’ SOE’s beeld van Taconis’ activiteiten klopte natuurlijk niet.

Bekendmaking Rotterdamsch nieuwsblad 12 augustus 1942
Rotterdamsch nieuwsblad, 12 augustus 1942.

De instructies voor de aanvalsplannen op het zendstation in Kootwijk vielen met Van Hemert in Duitse handen. Om geen argwaan bij de Engelsen te wekken, lieten de Duitsers via Lauwers’ zender aan SOE weten dat Taconis zijn actie zou uitvoeren samen met een ervaren man die hij had gevonden. Op 10 augustus 1942 werden de Engelsen langs dezelfde weg geïnformeerd dat de aanslag niet gelukt was: verscheidene leden van de betrokken groep waren door landmijnen gedood of gewond, Taconis en zijn compagnon waren ongeschonden uit de strijd gekomen. Vanaf 12 augustus 1942 verscheen in de Nederlandse dagbladen een bericht van generaal Christiansen over de mislukte aanslag op de zendinstallatie van Kootwijk. Er was materiaal uit het buitenland voor gebruikt. Zonder twijfel bereikten ook deze kranten – enkele weken later – Londen en konden de Duitsers hun Englandspiel zonder argwaan van SOE voortzetten.

De laatste mast wordt opgeblazen.

De Telegraaf, 22 maart 1980 / Foto Hans van Dijk, collectie Nationaal Archief/Anefo.


Uiteindelijk werd in 1980 de laatste zendmast van Radio Kootwijk die al lange tijd niet meer werd gebruikt, opgeblazen. Door 12,5 kilo dynamiet te plaatsen onderaan de kabels, aan twee van de drie kanten, werd de zendmast ten val gebracht. Precies zoals SOE de ‘points of attack’ had gepland.

 

Bronnen:

L. de Jong, Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog IX, Londen, tweede helft (’s-Gravenhage 1979).

The National Archives, HS 6/762.

334 weergaven

Recente blogposts

Alles weergeven
bottom of page